De vertrouwde regel om de verwarming op 19°C te zetten, raakt achterhaald na decennia. Moderne woningen en nieuwe inzichten vragen om een frisse blik op comfort en energiegebruik. Experts pleiten nu voor een meer gedifferentieerde aanpak waarbij niet één temperatuur, maar verschillende waarden per kamer centraal staan. Deze verandering weerspiegelt hoe klimaatbeheersing vandaag draait om slimme aanpassingen die zowel comfort als duurzaamheid bevorderen.
VERANDERENDE NORMA’S VOOR WARMTE
De oude 19°C-norm ontstond in een tijd waarin woningen slecht geïsoleerd waren en energie beperkt moest worden. Tegenwoordig zijn huizen beter beschermd tegen warmteverlies wat vraagt om een andere aanpak. Experts adviseren om de temperatuur in leefruimtes te verhogen naar 20°C. Dit lijkt een kleine aanpassing, maar het zorgt voor veel meer comfort zonder onnodig energie te verspillen. Zo vermijd je de dans met extra truien of bijverwarming.
SLIMME KAMERGEWIJZE TEMPERATUURINSTELLING
Niet elke ruimte vraagt dezelfde warmte. Woonkamers krijgen de voorkeur met ongeveer 20°C, perfect om te ontspannen, werken of lezen. Slaapkamers blijven wat koeler, tussen 16 en 18°C, wat de slaapkwaliteit ten goede komt. Badkamers gaan richting 22°C om na het douchen geen kou te voelen. Dankzij slimme thermostaten kan deze zoneverwarming gemakkelijk worden geregeld en draagt het bij aan een betere energie-efficiëntie.
COMFORT EN DUURZAAMHEID SAMEN
Thermisch comfort hangt niet enkel af van temperatuur, maar ook van luchtvochtigheid en isolatie. Een constante 20°C zorgt voor minder spierspanning en vermindert ook condensatie op koude muren, wat schimmelvorming voorkomt. Dit is niet alleen beter voor het welzijn, maar ook voor de woning zelf. Door gericht te verwarmen en te investeren in goede klimaatbeheersing, wordt energie bespaard en krijgt de woning een duurzame upgrade.